Uw kamerplanten verzorgen tijdens de winter
De winter is een moeilijk seizoen voor de meeste kamerplanten: droge lucht, te weinig licht, koude tocht. Groene vingers of niet, beginneling of een doorgewinterde plantenliefhebber … Met vier elementen moet u beslist rekening houden.
Table of Contents
Vier essentiële elementen
Men vergeet maar al te vaak dat een plant een levend wezen is en dus bijdraagt tot het natuurlijke evenwicht van het universum én het leven van de mens! Om zich evenwichtig te kunnen ontwikkelen heeft iedere plant vier essentiële elementen nodig.
- Lucht: planten nemen zuurstof op uit de lucht en geven opnieuw koolzuurgas af.
- Water: de voeding bij uitstek voor planten omdat het voedingszouten in de grond oplost en deze via de wortels naar de bladeren voert.
- Aarde: geeft samen met mineralen voeding aan de wortels.
- Licht: genereert de energie die de fotosynthese activeert.
Voor het welzijn van uw planten is het nodig om deze vier elementen het hele jaar door, en vooral tijdens de winter, te controleren en te doseren. De meeste planten hebben ‘s winters immers nood aan rust omdat ons klimaat niet altijd overeenstemt met de natuurlijke levenscyclus van de plant.
Enkele tips om onze planten te helpen overwinteren en hen voor te bereiden op de lente.
Water: minderen, of niet?
Tijdens de wintermaanden is de warme en droge omgeving van onze huiskamers alles behalve ideaal voor groene planten. Het is dus cruciaal te weten wanneer en hoeveel water we onze planten moeten geven. En dat hangt ook af van het type plant. Enkele voorbeelden:
- Cactussen en vetplanten: respecteer de rustperiode en geef ze om de twee weken water.
- Azalea’s: dompel de pot en de kluit eenmaal per week volledig onder water en laat ze vervolgens uitlekken alvorens terug in de sierpot te zetten.
- Orchideeën: begiet de plant wanneer de wortels grijs worden, maar let erop dat er geen water in het schoteltje of op de bodem van de sierpot blijft staan.
- Papyrus: zoals alle waterplanten staat de papyrus best met de voet in het water en dienen de wortels altijd vochtig te zijn. Besproei vaker in de winter.
Als algemene regel geldt: hoe hoger de temperatuur in de ruimte, hoe meer water de plant verliest door verdamping. Het is dus nodig om de planten vaker te begieten.
Controleer uw planten om het juiste ritme te vinden voor het begieten. Ze zullen zeker aangeven wanneer ze dorst hebben!
Hoe en wanneer begieten?
- Geef regelmatig water zonder te overdrijven, in functie van de kamertemperatuur.
In een kamer met een temperatuur van 16°C volstaat het uw planten om de twee weken water te geven. Is de kamertemperatuur hoger dan 20°C, begiet dan tot twee keer per week. - Geef meer water wanneer de plant in bloei staat, bloemknoppen heeft of in een kleine pot staat (de aardkluit zal veel sneller uitdrogen).
- Begiet de plant voorzichtig aan de oppervlakte zodat het water door de potgrond sijpelt en uitloopt in een onderschotel. Giet het overtollige water weg.
- Controleer op stagnerend water. De wortels van fragiele planten kunnen gaan rotten en verstikken.
- Geef bij voorkeur ‘s ochtends water op kamertemperatuur. Zorg ervoor dat het water niet te veel kalk bevat (regenwater is ideaal).
- Gebruik een bewateringsysteem. Er bestaan verschillende oplossingen: van kleine grappige waterdruppelaars die u in uw potten of plantenbakken plaatst (Bördy, Froggy in verschillende maten) tot plantenbakken met een waterreservoir. Zo kunt u met een gerust gemoed uw planten gedurende enkele dagen achterlaten.
Licht: de juiste standplaats
Een plant die te weinig licht krijgt zal ‘verhongeren’ ook al krijgt hij regelmatig water.
Licht is uiterst belangrijk voor het welzijn van planten. Maar niet alle planten hebben eenzelfde intensiteit licht nodig. Een plant met licht gekleurde of veelkleurige bladeren vraagt meer licht dan een plant met donkere bladeren. Wist u dat een plant die 2 m van het raam verwijderd staat, 4 keer minder licht krijgt?
De oriëntatie van de kamers en de ramen is ook belangrijk. Een zuiderse plant zoals de hibiscus of de oleander zal het goed doen op een zuidelijk gerichte plek. Dwergpalmen, crassula-soorten of begonia’s zijn tevreden met een raam op het noorden.
In de winter zijn de dagen korter en donkerder. Planten passen zich van nature aan bij periodes met minder licht: ze groeien niet meer of zeer langzaam. Ze gaan in rustperiode.
Andere planten lijden echter onder te weinig licht: de afstand tussen de bladeren wordt groter, veelkleurige bladeren worden vaal en nieuwe bladeren zijn minder sterk.
Het is natuurlijk mogelijk om de natuurlijke lichtintensiteit aan te vullen met een aangepaste kunstmatige lichtbron. Bv. met een lichtbak van het type ‘daglicht’ die 30 cm boven de planten wordt geplaatst.
Tips van de professionals
- Hergroepeer uw planten in ruimtes met het meeste licht.
- Plaats uw planten voor een raam of een reflecterende witte muur zodat ze zoveel mogelijk van het daglicht kunnen genieten.
- Maak de bladeren regelmatig schoon zodat ze maximaal licht kunnen opnemen.
Wist u dat de meeste planten ruim 12 uur per dag licht nodig hebben?
Lucht: bevochtigen en de temperatuur regelen
De luchtkwaliteit in de ruimte heeft een grote invloed op het welzijn van planten. Tijdens de winter is de lucht binnenshuis vaak te droog door de centrale verwarming. De uiteinden en de randen van de bladeren drogen uit en worden bruin. De plant stagneert en loopt het risico weg te kwijnen.
Hoe hoger de kamertemperatuur, hoe meer planten nood hebben aan een hoge luchtvochtigheid. Op de vensterbanken boven radiatoren, waar planten vaak gegroepeerd staan, drogen planten uit – net zoals in de buurt van een kachel of een schoorsteen. Houd hiermee rekening en denk eraan om de planten regelmatig te begieten of in water onder te dompelen.
Hebt u voldoende ruimte? Verplaats de planten dan volgens hun behoeften:
- koele ruimtes voor de azalea’s, cyclamen, primula’s en hyacinten (ze zullen langer bloeien);
- warmere ruimtes voor tropische planten, kerssterren, bromelia’s en cactussen.
Tips van de professionals
- Besproei regelmatig de bladeren van uw planten of geef ze af en toe een douche.
- Plaats uw bloempotten op een laag kleikorrels in een schoteltje dat u vervolgens met water vult. De wortels zullen niet in het water staan maar de luchtvochtigheid die ontstaat, is zeer gunstig voor de plant.
- Zet verschillende planten bijeen om een microklimaat te creëren.
- Laat uw planten niet in de tocht en in de buurt van buitendeuren staan. Vermijd ook slecht geïsoleerde vensterbanken.
Aarde: afwateren en laten rusten
Aarde is de basis voor alle planten. In de natuur vernieuwen de natuurlijke organische cycli permanent het bacteriële leven van de grond. De wortels vinden er water en voeding. In een pot verliest aarde zeer snel zijn oorspronkelijke voedingseigenschappen. De aarde zakt in elkaar en wordt compacter door het vele begieten, waardoor de wortels meer en meer dreigen te verstikken.
Daarom is het belangrijk om de potgrond zo luchtig mogelijk te houden. Hetzij door elementen toe te voegen die een betere verluchting bevorderen (veenmos, perliet, kleikorrels), hetzij door open potten te gebruiken (gerasterde of poreuze potten).
Een groot aantal plantenkwekers raden aan om tussen oktober en februari de bemesting volledig te onderbreken om de planten rust te geven.
Snoeien: ademen in schoonheid
Het snoeien van planten wordt vaak over het hoofd gezien en toch doet het de planten heel wat goed. Stof en viezigheid stapelen zich langzaam op, verstoppen de poriën van de planten en verhinderen de plant om te ademen. In de natuur houdt regen de planten schoon, maar voor kamerplanten moet u zelf de tijd maken!
Stof een kamerplant regelmatig af met een vochtige doek. Gebruik een stofborstel voor donzige bladeren die water vrezen.
Voor planten met kleine bladeren is een douche een goed idee.
Verwijder meteen ook verwelkte bloemen, gele bladeren en knip de dode uiteinden van de bladeren weg met een schaar. Zo krijgt uw kamerplant een nieuwe boost voor de lente!
Comments are closed.